Ab is een jaar of tien en ligt met z’n hoofd op z’n handen aan de waterkant, op de Soestdijkse kade. Hij kijkt naar het water. Hij kijkt de diepte in. Ziet het licht op de waterplanten, ziet torren en visjes en ziet het licht reflecteren op het water. En hij blijft kijken. Zijn vriendjes zijn aan het voetballen. Maar hij kan zich niet losmaken van die avontuurlijke wereld en blijft op z’n buik liggen kijken. Op weg naar huis maakt hij een omweg. Langs dat huis waar een schilderij aan de muur hangt. Vanaf de straat is dat goed te zien. Thuis vertelt hij daar over. Hij wil ook schilderen. En hij krijgt een oud laken waar hij een boom op schildert met een rode stam.
Lux is vier jaar. Ze woont op een woonboot aan de Haringkade. Naast mevrouw Hoogewerf die schildert. En hele mooie boeken heeft. Ze mag zo vaak komen als ze wil en in die boeken kijken. Mevrouw Hoogewerf maakt daar een schilderijtje van. Ze mag ook tekenen. De verf ruikt heerlijk. Ze blijft tekenen. En aan die mooie plaatjes denken.
Tweeëntwintig jaar later bel ik aan op de Kanaalweg 107. Daar heeft Ab een atelier boven de Oudt Hollandse Olieverven makerij. Om de hoek lag vroeger de woonboot. Als Ab de deur opendoet walmt de geur van olieverf me tegemoet. Het is alsof ik thuiskom. Ab weet veel van de klassieke technieken. Hij heeft daar jarenlang mee geëxperimenteerd, oude recepten uitgeprobeerd en zelf z’n verf gewreven. Dat kon je op de academie niet leren. En ik mag op zijn atelier komen schilderen. We hebben het bijzonder naar onze zin aan de Kanaalweg. Wat boeide ons, onafhankelijk van elkaar, zo in die oude technieken? Het moet een combinatie van factoren geweest zijn. In de fabrieksverf waar we op de academie mee werkten herkenden we de materie waar de oude meesters mee schilderden niet. Noch herkenden we de dieptewerking van de kleuren. Ook de verbazende verfijning soms gecombineerd met een stoer handschrift lag niet binnen de mogelijkheden van het materiaal dat voor handen was. En er was niemand die je wegwijs kon maken. Dat was ook nergens voor nodig want de tijden waren veranderd en daarmee de schilderkunst. Is dat zo? Is schilderkunst niet onbeperkt houdbaar?
Van Dale: Onbeperkt: niet binnen grenzen besloten, onbegrensd, onmetelijke onbepaald, buitengewoon.
Houdbaar: Geschikt om gehouden verdedigd of gehandhaafd te worden. Bewaard kunnen worden… Dat past naadloos op schilderkunst…
Het oudste verhaal over schilders stamt uit de vijfde eeuw voor Christus en gaat over een schilderwedstrijd tussen Zeuxis en Parhassius. Mimesis, het nabootsen van de werkelijkheid is het hoogste streven en beiden staan hun mannetje. De druiven van Zeuxis en de draperie van Parhassius zijn zo natuurgetrouw geschilderd dat de mussen op de druiven afkomen en de draperie niet van echt te onderscheiden is. Ruim eenentwintighonderd jaar later, in de 17e -eeuwse schilderijen zien we de druiven en de draperieën terug. De uitdaging om een bedrieglijk echte illusie te schilderen blijft onverminderd groot.
De tijdloosheid in een duinlandschap van Jan van Goyen blijft verbazend. In zijn sobere kleurgebruik, en zijn directe handschrift zie je je eigen voetstappen in het zand, herken je je eigen observatie. De luchten van Albert Cuyp zijn van nu. In het licht van Vermeer, het handschrift van Titiaan en Frans Hals, de stillevens van Pieter Claesz… daar staat de tijd stil. Nu nog even levend als toen. Hoe ze dat deden, wat hun geheimen waren, dat wilden wij begrijpen. Het materiaal met al zijn mogelijkheden doorgronden.
Er was nog veel kennis voorhanden. Ab zat eindeloos in de Koninklijke Bibliotheek te lezen. En kookte oliën en vernissen volgens oude recepten. Later lazen we elkaar voor. En kregen de slappe lach om Samuel van Hoogstraten, (leerling van Rembrandt, Inleiding in de Schilderkonst) omdat er in 17e eeuws Nederlands schrift geen verschil gemaakt wordt tussen een S en een F. Als je alles dan met een F uitspreekt dan gaat het slissen.
Ab schildert architectuur, landschappen met figuraties, soms bevreemdend van sfeer en prachtige bomen. Hij houdt van bomen. Ik noem hem een boomofiel. Als we later achter de duinen komen te wonen schildert hij de duinen. Hele stille duinen met hoge luchten. En water, met waterplanten, met zonlicht tot op de bodem en spiegeling van licht en lucht op het wateroppervlak.
Mijn eerste schilderijtje is een krans met wilde bloemen. Daarna maak ik stillevens. Om stofuitdrukking te oefenen, kijken of het lukt om druiven sappig en bedauwd te schilderen. En licht en illusie van ruimte. Dat blijkt een spannend avontuur.
De duinen blijven voor Ab een uitdaging. De soberheid van het landschap met de bijna abstracte ritmes lenen zich voor het handschrift dat breder is geworden. De luchten blijven hoog, de stilte bijna tastbaar. In de waterlandschappen speelt het licht haar geheimzinnig spel op bodem en planten. De zichtbare materie van de verf maakt het kijken naar de schilderijen nog spannender. Schoonheid is wat overblijft voor Ab, na al die jaren schilderen.
Draperieën, mussen, druiven, ze komen bij Lux ook weer terug. En licht. Licht dat om de voorwerpen speelt, schaduwen werpt en ruimte creeërt. Het geraffineerde gebruik van licht maakt het trompe l’oeuil effect verbazend en overtuigend. En dat zet zich door in de lijsten van haar schilderijen, want die zijn ook trompe l’oeuil geschilderd. Het is een tijdloos vak. En het heeft voor ons na al die jaren niet ingeboet aan betovering. Het begint nog steeds met kijken. Gretig. Elke dag. We vragen elkaar regelmatig: Hoe zou jij dat schilderen…? De verwondering over de verscheidenheid aan vormen en kleuren wordt alleen maar groter. En de liefde voor het materiaal, de nieuwsgierigheid en het enthousiasme die bij dit vak horen zijn in ons leven onbeperkt houdbaar gebleken.
Lux Buurman, juli 2023
Vanaf:
Dinsdag 17 oktober 2023
Tot en met:
Zondag 12 november 2023
Waar:
Klinkenberggaleries
Opening:
Zaterdag 21 oktober 2023 om 16:00 uur
Opening door:
Lux Buurman, kunstenaarslid