Piet Smissaert - In memoriam

Piet Smissaert is in 1930 te Heeze in een verarmde adellijke familie geboren. Hij heeft de titel ‘jonkheer’ maar zal die nooit gebruiken. Zijn vader Carel Smissaert moet een groot deel van zijn leven hard werken om de door zijn ouders gemaakte schulden af te lossen, omdat die op grote voet vrolijk doorleeft zoals het bij een adellijke familie behoort, terwijl hun vermogen door de Russische revolutie is ‘verdampt’. Piets grootvader heeft literaire ambities en onderhoudt contacten met enkele tachtigers, zijn broer is de kunstschilder Frans Smissaert die in de sfeer van de Haagse school werkt, maar ook kunstartikelen schrijft.

Piets vader ontdekt al vroeg dat zijn zoon talent voor tekenen en schilderen heeft en laat hem op zijn twaalfde lessen nemen bij Kees Timmering, een academisch gevormde kunstschilder die traditioneel werkt. Tijdens zijn middelbare schooltijd krijgt hij les van de veel moderner werkende Kees Bol die hem aanraadt om naar de Koninklijke Haagsche Academie te gaan. Na zijn Haagse studietijd keert hij terug naar Eindhoven. In die periode schildert hij figuratieve werken met zware contourlijnen en met een soms bezwerend magisch karakter. Ze zijn sterk beïnvloed door Willem Rozendaal, die hij zijn hele leven als zijn belangrijkste leraar heeft beschouwd. Via zijn vrienden, de schilder en dichter Jef van Turnhout en de dichter en kunstrecensent Frans Babylon, neemt hij al snel deel aan het Eindhovense culturele leven. Hij wordt lid van Kunstkring De Kempen en Sociëteit Cultureel Contact. Aan de artistieke vernieuwing in Eindhoven draagt hij zijn steentje bij, want een abstract schilderij wordt in het provinciestadje van de jaren vijftig door velen met argusogen bekeken.

In 1956 begint hij de eerste Eindhovense Vrije Academie en wordt lid van het kunstenaarscollectief Vrije Expressieven, dat overigens maar kort zal bestaan. Verder neemt hij deel aan tentoonstellingen, geeft rondleidingen in het Van Abbemuseum en tekenlessen op het Protestant Christelijk Lyceum waar hij later ontslagen wordt vanwege het uitdragen van antimilitaristische opvattingen. In 1959 trouwt hij met de artistiek begaafde gobelinweefster Anne Troje, uit welk huwelijk de latere kunstschilder Stijn Smissaert en Saskia worden geboren. In deze periode werkt hij in een sterk psychisch geladen, lyrisch abstracte stijl. In 1963 loopt het huwelijk stuk, van 1964 tot 1971 geeft Piet goed betaalde tekenlessen aan Philips-mensen. In 1965 verschijnt bij Uitgeversassociatie Opwenteling zijn dichtbundel ‘de zuigkracht van het verleden’ met een uitstekend voorwoord van Frans Babylon. In 1967 wordt hij lid van Pulchri Studio en hertrouwt Nini van der Meij, uit welk huwelijk zoon Ludo Smissaert in 1970 wordt geboren. Na een lange Amerikaanse reis samen met Nini en mede door de psychotherapie van dr. Piet Holtzer stopt hij met zijn lyrisch abstracte stijl en richt zich op de zichtbare werkelijkheid. Aan zijn tweede huwelijk komt ook een einde.

Piet heeft zijn jeugd altijd als ongelukkig ervaren ‘er was melk maar geen honing’ en mede door een gehandicapte rechterarm vanaf zijn geboorte heeft hij last van psychische complexen. Vooral in zijn lyrisch abstracte schilderijen uit de zestiger jaren verwerkt hij deze complexen in sterk emotioneel geladen vormen. Zo is er bijvoorbeeld ‘de bal van ongenoegen’, ‘grijpend wit’, ‘gestolde beweging’ en nog andere elementen die vaak in een ruimtelijke setting in een koel eenzaam blauw gevangen zijn. 

In zijn latere stijlontwikkeling blijft de ruimte één van zijn belangrijkste uitdrukkingsmiddelen. De psychisch geladen ruimte maakt plaats voor een minder op hem zelf betrokken ruimte. Na de eerder genoemde reis door Amerika (waar hij overigens als goochelaar successen boekt, een hobby die Piet al vanaf zijn jeugd heeft beoefend) begint hij geabstraheerde monumentale landschappen met veelal lage horizonten en hoge luchten te schilderen. Na deze periode keert hij weer terug naar het abstracte en zet de aardse ruimte en elementen van zijn eigen psychische ruimte in een relativerend kosmisch perspectief. 

Zo schildert hij bijvoorbeeld vanaf 1980 geïnspireerd op de foto’s van het Apolloproject die de aarde voor het eerst laten zien vanuit de kosmos, planeten, gevuld met echo’s uit zijn lyrisch abstracte periode nu geplaatst in een verstilde ruimte en omsloten door constructieve lijnen door hem coördinaten genoemd, om zo zijn heftige gevoelsbewegingen uit de jaren zestig  in een meer beschouwelijk perspectief te plaatsen. Vanaf 1992 schildert hij grote abstracte landschappen waar de hemel (het mannelijke) en de aarde (het vrouwelijke) een verbinding zoeken. De eerder genoemde coördinaten worden nu antennes die contact bemiddelen tussen de verschillende sferen. In de daarop volgende werken lossen figuratieve en symbolische elementen op in een puur colorisme dat door Piet ‘ozonisme’ zal worden genoemd.

In 1996 organiseerde Peter Thoben, kunsthistoricus en directeur-conservator van het inmiddels wegbezuinigde Eindhovense Museum Kempenland, een grote overzichtstentoonstelling van Piets werk ter ere van zijn 65ste verjaardag en 40ste jubileum als kunstschilder en geeft daarbij een door hem geschreven en vormgegeven catalogus uit. Na deze expositie stort Piet zich geheel op de theorie van het door hem bedachte ozonisme. Hij ziet dat de toename van het ultraviolet dat rijkelijk door het ozongat naar binnen stroomt, net zoals in muziek de boventonen de klankkleur beïnvloeden, zijn invloed heeft op het anders verschijnen van kleuren in de natuur en wil met een nieuw kleurgebruik hiervan getuigen. In de nu ontstane felgekleurde schilderijen maakt hij als het ware het voor menselijk oog onzichtbare ultraviolet zichtbaar. Dit roept een apocalyptisch licht op, dat dreigende ecologische rampen aankondigt maar het is ook een helder licht dat uit een andere wereld schijnt te komen, de duisternis (waarin de oude schikgodinnen zich hullen) verjaagt en ons wijst op onze zelfverantwoordelijkheid aangaande het lot van mensheid en aarde. 

Het ozonisme wordt nu een beweging die tracht de  bezorgdheid over de ecologische toestand van de aarde op een niet moralistische wijze tot uitdrukking te brengen. Piet zoekt hiertoe contact met enkele Eindhovense dichters en weet hen te inspireren wat zou leiden tot het ‘ozonistisch manifest’, optredens in Eindhovense cafés en theater Het Klein. In 2004 wordt Piet getroffen door een herseninfarct en er volgt een moeizame periode van revalidatie. In 2007 verhuist hij van Eindhoven naar het Rosa Spier Huis in Laren NH. Daar heeft hij tot aan zijn dood in 2020 vooral veel tekeningen gemaakt, bijna elke dag één. Door zijn hersenbeschadiging is het rationele kader waar Piet vaak zijn gevoel in plaatste grotendeels weggevallen, dat heeft tot gevolg een weinig consistente stijl met af en toe uitschieters die van een grote spiritualiteit getuigen.

Piets vele stijlen zijn altijd een getuigenis en reflectie op zijn innerlijk leven en zijn omstandigheden geweest, bijvoorbeeld een verhuizing of een nieuwe vrouw in zijn leven markeren vaak het begin van een nieuwe stijlperiode, maar ook zijn innerlijke psychische evolutie kan daartoe aanleiding zijn. Zijn oeuvre laat zich als een existentieel dagboek lezen, dat begint met magie en drift, vervolgt met dualisme van gevoel en ratio, dan overgaat in de verwondering over de kosmische ruimte en eindigt met het ozonlicht. Piet heeft eens gezegd: ‘ik heb mij wijs geschilderd’ en dat alles in een gedegen heldere stijl indachtig de lessen van Willem Rozendaal maar met een absoluut eigen vormentaal en handschrift. 

In de Weissenbruchzaal is een klein overzicht te zien van de vele stijlperiodes, helaas met enkele hiaten, die Piet in zijn leven heeft doorlopen. In de Mesdagzaal is zijn magnum opus rond het ozonisme te bewonderen. Deze tentoonstelling, mede mogelijk gemaakt door Pulchri Studio waar Piet 50 jaar werkend lid van was, is bedoeld als een hommage maar ook om zijn nagelaten werk dat al jaren in een donkere citybox staat opgeslagen te verkopen. In vergelijk met vroeger zijn de prijzen flink verlaagd in de hoop dat er nieuw publiek te vinden is met waardering voor Piets werken. 

Dankbaar heb ik gebruik gemaakt van de tekst van Peter Thoben in de publicatie ‘Kosmische Interpretaties’, waarvoor mijn dank aan hem.

Stijn Smissaert

Informatie

Vanaf:
Dinsdag 03 januari 2023
Tot en met:
Zondag 29 januari 2023

Waar:
Mesdagzaal
Weissenbruchzaal

Opening:
Zaterdag 07 januari 2023 om 16:00 uur

Opening door:
Kunsthistoricus Peter Thoben, voormalig directeur van Museum Kempenland Eindhoven.

Let op:
Op 12 januari is de tentoonstelling gesloten in verband met de verhuring van de bovenzalen. Op 19 januari is slechts een deel van de tentoonstelling te bezoeken in verband met de verhuring van de Weissenbruchzaal.