Jiyoung Yim
Mijn benadering van het kunstmaakproces is om het te zien als een visuele poëzie, opgebouwd uit verschillende media, inclusief ruimtelijke en zintuiglijke elementen. Via installaties, bewegend beeld en animatie heb ik twee takken van kunstpraktijk.
Vooral met betrekking tot installatie als medium, heb ik onderzoek gedaan naar machtsdynamieken rondom museumtentoonstellingen, die bepalen wat wordt tentoongesteld, hoe het wordt tentoongesteld en wie de macht heeft om die beslissingen te nemen. Erkennend dat (Westerse) museumpraktijken niet los kunnen worden gezien van de Verlichting, het kolonialisme en de dichotomie tussen mens en niet-mens, gebruik ik de beeldtaal van museumtentoonstellingen om de beperkingen van de (Westerse) museumstructuur als kennisproducent te onderzoeken. Museumpraktijken (in natuurhistorische musea, historische musea, enz.) hebben de manier gevormd waarop mensen hun omgeving begrijpen, maar dan alleen gebaseerd op rede en rationalisme via categorisatie, analyse en wetenschappelijk-objectieve informatie. Door een onderwerp te presenteren dat niet het "juiste" onderwerp van het museum zou zijn vanwege zijn "minder significante" staat (zoals een experiëntieel, fenomenologisch, multisensorisch onderwerp), stel ik kritisch vragen bij het museum als kennisproducent met mijn museum-look installatie.
De andere tak van mijn werk begon met het begrijpen van mijn persoonlijke ervaringen en deze in een breder discours te plaatsen, met de overtuiging dat "het persoonlijke politiek is". Die persoonlijke ervaringen, zoals onzeker zijn over mijn gebrek aan netwerkvaardigheden bij een kunsttentoonstellingsopening of een nachtmerrie hebben over een hond die kleiner wordt, werden het vertrekpunt van mijn werk. Door gesprekken met andere mensen te voeren via samenwerkingsprojecten, workshops of dialogen, probeer ik mijn persoonlijke verhalen te verbinden met de ervaringen van anderen. In mijn onderzoek naar verschillende methoden van videomaken, inclusief animatie, probeer ik poëtische en meeslepende ruimtes te creëren voor mijn verhalen, zowel fysiek als narratief.
Gebaseerd op actief onderzoek naar mijn omgeving zijn speculatie en "poëtisch-academische" taal belangrijke kernwoorden in beide takken van mijn kunstmaakproces. Ik geloof dat academisch werk poëtisch kan zijn en dat poëzie academisch kan zijn.
