Het atelier van Rikus van der Meer (1947) kijkt uit op de Groningse binnenstad. Vanuit het raam van dit atelier observeert Van der Meer wat er beneden op straat te zien is. Hij ziet passanten, werklui, studenten, ouders met kroost en toeristen. Gebaseerd op deze waarnemingen heeft hij schilderijen gemaakt. Het perspectief van bovenaf zorgt voor verkortingen die, in combinatie met objecten die Van der Meer zelf toevoegt aan de schilderijen, een irreële sfeer oproepen. De schilder noemt deze weergave van de wereld waarop hij uitkijkt irrealisme.