Voor wie het werk van Fredy E. Wubben voor het eerst ziet, lijkt het alsof ze heel divers werk maakt. Ze werkt in hout, glas, metaal, brons enzovoort. Van klein tot monumentaal, van abstract tot figuratief. Toch loopt er duidelijk een rode draad door haar werk.
Als kind al vraagt Fredy zich af, of ze nu werkelijk bestaat of dat ze droomt, dat ze er is. Al heel vroeg tekent en schildert zij. In het begin zijn dat nog eenvoudige afbeeldingen van potten en vazen, waar zij echter tot haar grote verbazing een landelijke prijs mee wint. Ze besluit naar de kunstacademie te gaan om daar onder leiding schilderles te nemen. Het valt haar leraar schilderen op, dat zij op zo’n vanzelfsprekende manier met losse toetsen kleuren neerzet. Automatisch kiest zij de juiste kleuren om diepte en perspectief te suggereren. Toch kijkt zij met een schuin oog naar de afdeling beeldhouwen. Ze vindt het fascinerend om te zien, hoe anderen uit steen of hout een beeld kunnen maken. Op een gegeven ogenblik besluit zij dan ook die richting te kiezen.
Het bestaan van ons ‘zijn’ blijft Fredy echter bezighouden. Deze vraag wordt voor haar nog crucialer, als ze in haar directe familie plotseling geconfronteerd wordt met twee dodelijke hartaanvallen. Waarom zijn wij hier? Hoe kan zij grip krijgen op leven en dood? Steeds opnieuw dringen zich dit soort vragen aan haar op.
Ondertussen krijgt zij een opdracht voor een monumentaal werk voor de gemeente Wognum, waar glas voor nodig is om druppels te verbeelden. De druppels moeten de bevloeiing in de kassen voorstellen, maar ook de stroming, verdamping tussen land en water. Urenlang staat zij bij een druppende kraan om te bestuderen, hoe de vorm van een druppel ontstaat en weer verdwijnt. Tijdens het vervaardigen van dit beeld van ruim 550cm hoog en 1300cm in roestvrijstaal en glas komt zij direct in contact met het glas-atelier, dat haar allerlei mogelijkheden biedt.
In het begin maakt zij in dit materiaal een aantal zeepbellen, denkend aan het uiteenspatten van de bellen net als met het leven gebeurt. Ze besluit het tijdelijke van het bestaan om te zetten in een grote serie ‘Homo Bulla’s’, waarin steeds opnieuw een of meer menselijke figuren te zien zijn in gevoelige houdingen of situaties, waarmee ze hoop, verslagenheid, vluchten of letterlijk ook de dood uitdrukt zoals bijvoorbeeld in het werk ‘Body, body’. Ook de kwetsbare liefde, speelt in deze serie een belangrijke rol. De beelden in de ‘Homo Bulla’- reeks maakt zij van hard materiaal zoals brons of aluminium; de buitenkant daarentegen van het kwetsbare, breekbare materiaal glas om uit te drukken, hoe vergankelijk alles eigenlijk is.”
Ze ontdekt dat bevruchting in de geschiedenis op diverse manieren kan worden verhaald zoals bijvoorbeeld Ilmatar, de godin uit een verhaal van de Finse epos ‘De Kalevala’ waarin de vrouw die op de oneindige wateren lag, een ei van een vogel op haar buik gedropt kreeg. Uit dit ei heeft zij de aarde gebaard, de Kosmos en de Finse goden.
De eivorm, de vruchtbaarheid, staat voor nieuw leven.
Voor Fredy Is het begin van de celdeling een wonder, “in al zijn kleinheid in vergelijking met de oerknal van het ontstaan van de aarde.”
Zij realiseert zich zonder oordeel, dat wij geconfronteerd worden met “de manipulatie van nieuw leven” in alle opzichten.
Fredy wordt hierdoor geïnspireerd tot nieuwe beelden, waarin celdeling en groei een inspiratiebron is. Ingrijpen in het leven zowel bij het ontstaan als bij het einde daarvan, wordt voor Fredy een belangrijk thema. Regelmatig bezoekt zij het glasatelier met schetsen onder haar arm om nieuw werk te maken. Samen met de meesterglasblazer trekt, blaast, en duwt ze in het glas om de juiste vorm te krijgen, waarna ze met een zeer dunne glasdraad met snelle beweging tekeningen maakt van spermatozoïden in de ronddraaiende hete glasmassa. Waar gaat deze weg naartoe? Zal er ooit een moment komen, waarop wij het bestaan, ontstaan en vergaan van het leven een beetje doorgronden? Begint het leven als het eindigt? Vragen waar Fredy nog lange tijd mee kan doorgaan.
Vanaf:
Vrijdag 03 mei 2019
Tot en met:
Zondag 26 mei 2019
Waar:
Hardenbergzaal