Hanneke Naterop & Erik Zwaga - De abstractie van de verfhuid

Dit is zware materie. Niet de schilderijen, die zijn glansvol en een lust voor het oog: de diep fluwelig schilferende scènes van Hanneke Naterop, en de zonovergoten grasbermen en sobere stillevens van Erik Zwaga. 

Zwaar is deze materie niet voor de kijker, de liefhebber van schoonheid, die spontaan gehoor geeft aan de aantrekkingskracht van het werk; het portret van een oude man met opgeheven hand, waaruit de ouderdom spreekt, met alles wat ons daarin vertedert en bevreest, of het beeld van een simpele witkwast tegen de muur, bedrieglijk echt nageschilderd. Zwaar is deze stof slechts voor de schrijver van een stukje over deze schilders, voor degene die zich afvraagt waar de prachtige beelden vandaan komen. Het antwoord lijkt te zijn: uit de eigenzinnige ziel van de schilder. Was het maar zo eenvoudig!

Hoe komen deze beide kunstenaars aan hun beelden? Hanneke sprak ik erover. 

Waar begin je mee? Een foto? 

“Nee, met een plotseling geluksgevoel, bij de afwas, of bij een ontmoeting, of tijdens de wandeling langs een kabbelende vijver. Bevangen door dat gevoel zoek ik beelden, lichtbeelden, waarin ik het gevoel terug herken. Bijvoorbeeld in het licht dat zich in het water en tussen de bomen beweegt, en zich nergens iets van aantrekt. Of licht dat in een brillenglas glanst, of in mijn vaders oog. Ik probeer grip te krijgen. De achterliggende ervaring is spannender en diepzinniger dan het resultaat, maar daar neem ik geen genoegen mee. Ik blijf zoeken. Offer veel van het schilderij weer op. Mijn vertwijfeling wordt misschien gesymboliseerd door de versnippering, de fragmentatie van beelden, de verweerde huid van het schilderij. Ik blijf zoeken naar beelden en composities die het schilderij er 'juist' uit doen zien."

Zou jij jouw werkwijze en jouw kunst een typisch 'vrouwelijke' willen noemen? 

“Ik denk het wel. Bij Eriks stillevens lijkt een mannelijker verlangen aan het werk, om de werkelijkheid overtuigend  af te beelden. De vraag die zich daarbij opdringt is of het er toe doet wát er zo echt op het doek komt. De kwast, het stuk tegel tegen de wand - ze zijn prachtig weergegeven. Maar het zijn geen symbolen. Ze staan op zichzelf, buiten verdere samenhang. Waarom koos hij ze? De toeschouwer mag het zeggen. In de oude kunst kun je deze vraag naar de betekenis van het onderwerp niet stellen. Daar is het gekozen motief al bij voorbaat mooi of interessant: de bloemen, de kostbaarheden, de sensuele stof. Is het schildermotief bij de fijnschilder slechts een aanleiding om te laten zien hoe 'fijn' hij kan schilderen? Ik denk het niet. Er schuilt misschien een meditatieve 'zen' factor in. Ik weet het niet. Bij het gras van Erik Zwaga komt iets anders kijken. Hier is het zonovergotene een belangrijk deel van de gezochte stemming. De precieze vorm van het gras is losgelaten, en door een wirwar van fijne verfstreken en spatten en krassen vervangen. Ze hebben in ieder geval het gewenste resultaat, en het paaltje van het hek rijst op uit de wei als een woudreus in een jong bos.“

Al met al twee ervaren schilders die vasthouden aan het klassieke handwerk, maar het een nieuwe intrigerende inhoud of taak geven.

Informatie

Vanaf:
Woensdag 09 december 2020
Tot en met:
Zondag 14 februari 2021

Waar:
Weissenbruchzaal

Opening:
Zaterdag 12 december 2020 om 17:00 uur

Privérondleiding
Wilt u graag een privérondleiding met de kunstenaar(s)? Laat het ons weten via galerie@pulchri.nl

Kunstenaars