Sebastiaan Spit is hevig gefascineerd. Door wolken en door jazz. Die twee lijken wellicht weinig met elkaar te maken te hebben, maar bij nadere beschouwing zijn ze wel degelijk aan elkaar verwant. Een wolk heeft geen vaste vorm. Een wolk verandert (zelfs als die verandering voor het menselijk oog niet meteen waarneembaar is) constant. En bij uitstek is jazz de kunstvorm die een voortdurende transformatie vooropstelt. De kunstvorm waarin elk gegeven, elke vondst, hooguit tijdelijk is, een tussenstand van zaken. Een van de meest onderschatte prestaties van jazzmusici is dat ze wat ze bij toeval op het podium of in de studio vinden bij de eerstvolgende gelegenheid weer achter zich willen laten. Ze durven een wolk te worden en accepteren daarmee dat ze gisteren imposant en weelderig, zelfs overweldigend waren, maar misschien vandaag een nietige witte streep die nagenoeg wegvalt tegen de staalblauwe hemel.
Jazz heet de imperfecte kunst te zijn, maar denkelijk is de essentie van alle kunst het lef te mislukken. Te proberen en te falen, te proberen en te falen, steeds weer, te proberen en te falen, opnieuw en opnieuw en opnieuw, zoals volgens Albert Camus elke mens als Sisyphus moet zijn en trots iedere dag weer een steen de berg oprollen, al weet hij dat hij hem nooit tot bij de top krijgt.
Dat Spits werk zo intens kan zijn, hangt samen met de ogenschijnlijke nonchalance ervan. Precies daar raakt zijn schilderkunst aan jazz. Het kan nauwelijks toeval zijn dat een van Spits lievelingsalbums ‘Bitches’ Brew’ van Miles Davis is. Op die baanbrekende plaat is de eerste noot die Davis zelf speelt een zogeheten kicks, een dwarrelnoot. In de oren van puristen een technische fout, maar, fout of niet, wat intensiteit betreft, is die eigengereide noot haast onmogelijk te overtreffen.
Vanaf:
Zaterdag 25 januari 2025
Tot en met:
Zondag 16 februari 2025
Waar:
Mesdagzaal
Opening:
Zaterdag 25 januari 2025