Ton van Kints zoekt juist die materialen op die weerstand bieden. Hij schilderde wel op vitrage – vol met gaatjes en daarom eigenlijk ongeschikt als neutrale drager van een compositie. Hij wilde ook, dat het spieraam zichtbaar bleef, het timmerwerk dat achter elk ander schilderij schuil gaat.
Zijn houten reliëfs – het belangrijkste deel van zijn werk - zet Van Kints soms letterlijk onder spanning doordat hij uitgezaagde vormen in een opening dwingt als puzzelstukken die niet passen. Wat je ziet zijn sporen van zijn ontmoeting met de weerbarstige werkelijkheid. Elke lijn en elke kleurvlek getuigt daarvan.
Het materiaal bepaalt voor een groot deel de verschijning het werk. De kunstenaar maakt echter zijn keuzes. Je ziet dat Ton van Kints respecteert hoe zijn materiaal zich gedraagt. Tegelijk onderwerpt hij het aan zijn eigen scenario. Hij spreekt over zijn werken alsof het om personages gaat, mede-acteurs. Deze worden wél door de kunstenaar geregisseerd. Het is passen, meten en herschikken. Wil die restvorm niet in een uitgezaagde opening ? Met enige aanpassingen lukt het net.
Zo ontstond er een grote groep ronde reliëfs onder de verzamelnaam ‘koekoeksnesten’. In de publicatie waarin deze zijn gereproduceerd is ook een getekende stamboom opgenomen. Het ene werk komt uit het andere voort. Ze hebben familiebetrekkingen, terwijl ze elk hun eigen onverwisselbare karakter houden.
In Van Kints’ atelier ontstaat het werk langzaam. Zien of het goed is kost tijd. Is het levensvatbaar? Dan trekt de maker er zijn handen van af. Een aantal dingen hielden het niet uit onder zijn kritische blik en bleven achter in het atelier. Maar de kunstenaar laat ze niet met rust.
In zijn meest recente werken maakt hij van twee of meer één. Hij behandelt deze ‘achterblijvers’ eigenlijk net zoals hij eerder uitgezaagde delen in een nieuw verband zette. De logica achter Van Kints’ kunst - de dialoog met de dingen - blijft onveranderd. De reliëfs zijn dikker geworden, gestapeld en bedekt met een laag epoxy. Wordt ook gebruikt om surfborden degelijk af te werken. Het glanst. Maar bij Ton van Kints blijf je de resten van het eerdere werk zien. Dat is de ‘dialogica’ van Van Kints.
Egbert van Faassen (juli 2017)