Het effect van de simpelste losse schilderkunstige handelingen heeft grote aantrekkingskracht op mij. Wanneer we de wereld opgebouwd zouden zien uit constructiespeelgoed, dan toont mijn werk de legosteentjes van de schilderkunst. De stroken linnen met daarop een enkele verfstreek, of de rechthoekige monochroom beschilderde lappen linnen geven geen vorm aan een conventioneel schilderij. In de microscopische blik die ze geven op de materialen en handelingen van het medium, refereren ze aan onderzoek.
De presentatie in ritmische series voert vanuit de conceptuele schilderkunst terug naar de dagelijkse wereld. Een dagelijkse wereld die varieert tussen enerzijds een koele wetenschappelijke kijk – opgeroepen door de rechte hoeken, het ruitjespapier en de systematische herhalingen – en anderzijds bijvoorbeeld de vrije en vrolijke ordening van stoffen in een marktkraam. Eenduidig wordt het nooit.
Sterker nog, er is sprake van een paradox; bijvoorbeeld daar waar niet het schilderij getoond wordt, maar een ets die de fysieke afdruk ervan laat zien; of daar waar slechts de achterzijden van beschilderde doeken zichtbaar zijn terwijl er in de titel over monochromen wordt gesproken. Het werk belichaamt zo zelfontkenning en met het achteloze, wat slordige karakter van de vaak losse elementen lijkt het werk zichzelf bovendien niet erg serieus te nemen. Als de ogen zijn gewend, openbaart zich vanuit die kaalheid, ontkenning en verloochening wellicht iets anders. Zintuiglijkheid, een zoektocht naar essentie. Naakte schilderkunst?