De oorsprong van mijn werkwijze ligt in de werkplaats van mijn vader. Vanuit mechanische gevormde delen zoals mijn vader als meubelmaker gebruikte, confronteer ik het mechanisch bewerkte materiaal met organisch gebeeldhouwde vormen.
Een dialoog tussen natuurlijke groeivormen en de door de mens ontwikkelde vormen appelleren aan vergankelijkheid-terug naar moeder aarde.
Tevens wordt het tijdelijke der dingen benadrukt en het menselijk ingrijpen gereduceerd tot een onderdeel binnen een bestaansproces. Een zichzelf veredelend mechanisme met een melancholieke ondertoon,een confrontatie door het gebruik van de natuur enerzijds en de aantasting anderzijds. De oorsprong, niet alleen van hout, maar de spirituele waarde van al wat ons bezielt, wordt hiermee benadrukt.