Marijke Gémessy

Gémessy woont en werkt in de oude binnenstad van Den Haag en begon haar carrière als plateelschilderes bij de Porceleyne Fles in Delft. Zij volgde de avondopleiding bij de K.A.B.K. in Den Haag. De jong aangeleerde techniek komt nog steeds van pas in het fragmentarisch beschilderen van de keramische objecten. Ook het glazuur wordt nonchalant aangebracht.

De glazuur druipt en loopt over in de beschilderingen met 'naakte' stukken klei, waardoor men het werk als oud ervaart. Door toevoeging van het hedendaagse neon wordt een brug geslagen naar het heden. Keramiek en gevonden materialen vloeien samen tot tastbare beelden, lichtvoetig en ernstig. Vooral bekend zijn haar versies van moderne tulpenvazen in 1980-1990, die tot op de Wereldexpo in Sevilla te zien waren.

Naast het terugkerend thema van aantasting door de 'tand des tijds' is er ruimte voor een meer grimmige: vernieling en overconsumptie. Nu is in haar werk de mens zelf te bespeuren, die verantwoordelijk is het uitsterven van de neushoorns en de pangolins. Vooral Azië is hier debet aan, maar ook dichter bij huis zijn wij geen haar beter als het gaat om het omgaan met dieren. Zij toont dit in "Chicken run",12 keramische (plof)kippen rennen met bord en al weg van een gedekte tafel. Omdat zij haar werk overgiet met een vleug humor, is de gelaagdheid niet meteen herkenbaar. Het toegevoegde neon kan vervreemdend aandoen.

In de monumentale werken zoekt Gémessy aansluiting met de historie van de locatie in overleg met de gebruikers. Zo wordt een 55 meter lange bank met exotische tapijtprints in de Schilderswijk Den Haag, intensief gebruikt. Verder kan men in Delft, Leiderdorp, Groningen, Den Hoorn werk van haar tegenkomen. In de oeuvrecatalogus van www.hbkk.nl zijn 540 uitgevoerde kunstwerken opgenomen.